Informatie over allergenen op etiketten voor veel consumenten onduidelijk

Dat de etikettering van allerlei producten te wensen overlaat mag geen nieuws meer zijn. Niet voor niets zijn er apps zoals Soosee op de markt gekomen. Een nieuw onderzoek van de Universiteit Utrecht, UMC Utrecht en TNO onderschrijft het probleem met etikettering. Hieruit blijkt namelijk dat 50% van de voedsel allergische en niet-allergische deelnemers de informatie over allergenen duidelijk genoeg vindt.

Om hier een goed beeld van te krijgen werden voor het onderzoek twee experimenten gedaan. In het eerste experiment was het doel om te onderzoeken hoe mensen etiketten interpreteren. Daarvoor kregen de proefpersonen van de onderzoekers drie alternatieven aangeboden: geen allergeneninformatie, een waarschuwing dat er een kans was op kruisbesmetting of een opname in de ingrediëntenlijst. In een gecontroleerde omgeving werden zo door mensen met en zonder een voedselallergie 18 producten getest.

Bekendste waarschuwingen

Het tweede experiment draaide om dezelfde producten, maar daarop stonden nu drie verschillende waarschuwingen die het meest in Nederland voorkomen. Het ging op: ‘kan pinda’s bevatten’, ‘kan sporen van pinda’s bevatten’ of ‘geproduceerd in een fabriek waar ook pinda’s verwerkt worden’. Wettelijk ligt niet vast hoe deze waarschuwingen geformuleerd worden, maar de onderzoekers trekken wel de conclusie dat een eenduidige formulering wenselijk is.

Geletterdheid

Uit het onderzoeken kwamen ook nog twee interessante conclusies naar voren. Het maakt verschil uit hoe geletterd iemand is. De hoger geletterde deelnemers kenden ten onrechte meer betekenis aan het verschil tussen de formuleringen van waarschuwingen. De andere opvallende conclusie is dat mensen met een voedselallergie losser omgaan met de allergeneninformatie dan mensen zonder voedselallergie.