Redactie Eatly
De redactie van Eatly brengt je het leukste nieuws op gebied van eten en drinken! Vragen? Stuur dan een mail naar Redactie [at] Eatly.nl.
Een experiment om oesterbanken uit te zetten bij een windmolenpark in de Noordzee is op een grote deceptie uitgelopen. Van de 600 platte oesters die in november waren geplaatst, is acht maanden later 85 procent dood.
Het was een plan van Stichting de Noordzee en Natuur & Milieu. Zij zien windparken op zee als dé kans om oesterbanken terug te brengen op de Noordzee. Voor dit initiatief hebben ze gebruikgemaakt van een windmolenpark voor de kust van IJmuiden.
Bijna verdwenen
In de twintigste eeuw verdween de oester door het trekken van vistuig over de bodem en oesterziektes bijna volledig uit de Noordzee. Het project ‘De Rijke Noordzee’ was bedoeld om de oesters te laten voortplanten. Dit om de oesterpopulatie te laten groeien. Dat zorgt er op die plekken voor verbetering van de waterkwaliteit en ze trekken ander zeeleven aan.
Dat mislukte volledig. Op het moment dat er gekeken werd welke steensoorten bij de oesters moesten worden gezet om te zien aan welk materiaal ze het liefst hechten, bleek het grootste deel van de schelpdieren dood. De drie kooien waarin de oesters zaten waren bedolven onder een berg zand.
5 jaar
Het was de bedoeling van het project om de banken vijf jaar te laten staan. In de jaren daarna willen de initiatiefnemers op meerdere plekken in de Noordzee vijf oesterprojecten van tientallen hectaren hebben. De Nationale Postcode Loterij heeft hier al 8,5 miljoen euro voor gedoneerd. Het Wereld Natuur Fonds en ARK Natuurontwikkeling zijn boven Schiermonnikoog al langer bezig met het herstellen van oesterbanken in een soortgelijk project.
Een nieuwe proef voor de kust van IJmuiden wordt binnen een paar maanden gehoopt te starten. Dan komen de kooien minder dicht op de zeebodem te staan. Het is voor alle betrokken partijen interessant om te zien of de proef kans van slagen heeft. Want op dit moment staan op 0,2 procent van de Noordzee windmolenparken. In 2030 moet dat 4 procent zijn. Mocht de tweede proef slagen, dan is er een goede kans om de oesterpopulatie in de Noordzee flink te laten groeien, met verbetering van de waterkwaliteit tot gevolg.