Duits bedrijf wint rechtszaak over 'aceto balsamico'

Grote klap voor de Italiaanse producenten van balsamicoazijn. Tegen het Duitse bedrijf Balema had een consortium van producten van balsamicoazijn uit Modena een rechtszaak aangespannen over het gebruik van ‘aceto balsamico’. Het Europees Hof van Justitie stelde deze week Balema in het gelijk.

Daardoor mag het Duitse bedrijf de woorden ‘aceto balsamico’ en ‘aceto’ gebruiken op haar azijnproducten zolang er geen geografische benaming aan toe wordt gevoegd. Want sinds 2009 mag de benaming: aceto balsamico di Modena alleen gebruikt worden door producenten in Modena en de regio Emilia-Romagna.

Deutscher balsamico

Het consortium had de rechtszaak aangespannen omdat Balema gebruikmaakte van productnamen als ‘balsamico’ en ‘Deutscher balsamico’. Volgens het Hof is bij deze benamingen geen sprake van een geografische benaming. De naam ‘aceto’ is volgens het Hof gebruikelijk en ‘balsamico’ een bijvoeglijk naamwoord dat normaal wordt gebruikt om te verwijzen naar een azijn met een bitterzoete smaak.

President van het consortium, Mariangela Grosoli, is totaal ontstemd over de uitspraak: “Wij beschouwen deze beslissing als volledig onrechtvaardig. De realiteit is dat veel Europese landen zich gedeeltelijk het wereldwijde succes van balsamicoazijn uit Modena willen toe-eigenen. Dat komt omdat het de enige azijn ter wereld is die zoetzuur is en het woord ‘balsamico’ gebruikt. Dit werd vele eeuwen geleden toegevoegd door de hertogen van Este, die dachten dat het een medicinale werking had.”

Twee andere varianten

Er zijn twee geografisch beschermde varianten balsamicoazijn: die uit Modena en die uit de regio Reggio-Emilia. Het maken van de azijn gaat via traditionele methoden. Er wordt gebruikgemaakt van een reductie van persdruivenrassen, waaronder trebbiano, sangiovese en lambrusco. De resulterende dikke siroop, mosto cotto genaamd, wordt minimaal 12 jaar, soms meer dan 100 jaar gerijpt in kersenhout, kastanje of essen vaten. Flessen kunnen tot € 300 kosten.