Het statistisch bureau van de Europese Unie (EU), Eurostat, heeft twee nieuwe onderzoeken gepubliceerd over de uitgaves binnen Europa aan voedsel en drank. In totaal gaven Europese huishoudens in 2019 €956 miljard uit aan niet-alcoholische dranken en voedsel. Ook blijkt dat de Baltische staten relatief het meeste geld uitgeven aan voeding en alcohol.
Per huishouden waren het de inwoners van Roemenië, Litouwen en Estland degene die relatief het meeste uitgaven aan voedsel en drank. De Roemenen geven 26% van hun uitgaven voor consumptie uit aan voedsel en niet-alcoholische dranken. In Litouwen is dit 20,2% en in Estland 19,3%. Opvallend is dat er in deze landen ook het meeste geld uitgegeven wordt aan alcohol: in Letland gaat het om 4,8% en in Estland om 4,7%.
Andere landen
Europees gezien wordt er gemiddeld 13% van het totale consumptiebedrag uitgegeven aan voeding. Na huisvesting, water, elektriciteit, gas en andere brandstoffen, goed voor 23,5%, en vervoer (13,1%) is dit de derde uitgavencategorie. Aan alcohol werd in 2019 117 miljard euro uitgegeven, 1,6% van het totale consumptiebedrag.
In Nederland wordt er 11,3% uitgegeven aan voedsel en 1,1% aan alcohol. Interessant is om te zien dat er in verschillende landen minder dan 10% aan voeding wordt uitgegeven: in Ierland 8,6%, in Luxemburg 8,9% en in Oostenrijk 9,7%. In Griekenland en Italië wordt percentueel het minst uitgegeven aan alcohol, 0,9%.
Tien jaar daling
Opvallend is om te zien dat tussen 2009 en 2019 de gemiddelde uitgaven aan voedsel en alcohol daalden in Europa. In Litouwen zijn de uitgaven aan drank van 5,5% (2009) gedaald naar 3,7% (2019). Op het gebied van voedsel ging dit van 25,4% naar 20,2%. De enige landen die meer zijn gaan besteden, zijn Tsjechië op het gebied van voedsel en Roemenië en Portugal op het gebied van alcohol.
Freelance journalist en copywriter. Geniet van goed eten, drinken en een toffe trip.